GALERIE LINK
2008 l Eindejaarstentoonstelling
GEUZENHUIS
2011
GALERIE LINK
2013 l Tekeningen en schilderijen
A PERFECT CORRIDA
2015 l Tekeningen en schilderijen
GEUZENHUIS
2019 l Overzichtstentoonstelling artiesten in Gent
POEMS
Luister loerde lijster
bijster baarde zorgen
hier de ronkende katten van de kannemelkenmorgen,
slopen ze langs sloten van de paardeweideroute
briesend roste manen wapp’ ren
’t hooi doorheen hun hoeven
hoe ver gaan de passen
hoe lang de heuvel af…
listig blijde lijster
waai op zoals de veulens in de blinsterzonse draf
stel je voor
een nacht ,
in zeven werelden zo wijd
die glanzend in haar vacht
het hemelwerk berijdt
Zo zuiver is ze heen uit heldren dag vertrokken
om de gouden zonnespinnen uit hun regenweb te lokken
Soms is het eens dat gloeiend blauw in een dromendracht verschijnt
waar een bladerhand haar nerven tot de horizon verfijnt
Als stille raven zit de mens
tot de schaduw van een veld
in de ochtend van haar flanken uit een oud verhaal verveld
Daar zijn ons nieuwe vederen
als vleugels van het licht
die zich uit de roeste teugels van het denken heeft ontwricht
De dag heeft op de nacht gebroed
een vrucht die is nabij
van het kind die in de sterren ziet
de hemel ,
dat zijn wij
Aldus heb ik vernomen
Eerst was er liefde...
Liefde was diepzinnig , subtiel en onbegrensd
en uit de onbegrensdheid van de liefde kwam schoonheid voort...
Schoonheid was als verstild water ;
Reflectief en transparant
Alsook had zij de mogelijkheid uit te kristalliseren tot
de meest complexe vormen en wist zij steeds haar eenvoud te bewaren.
Het was op een onbepaald moment dat schoonheid bewust werd van zichzelf,
zich broos en kwetsbaar voelde...
en jaloers werd op de onbegrensdheid van de liefde.
Zo werd zij sensueel van aard en verleidde kennis ertoe
om een kooi te smeden voor de liefde
...
De tijd was geboren
Alleen geduld weet hoeveel tijd er nog rest voor de
liefde teruggegeven wordt aan de waarheid
Haar hart schuurt langs de kusten
En ‘ t klopt voor wie haar binnenlaat
Op een bed van fijngevlochten algen
treurt zacht een meermin
die de liefde haat
“ Hij nam mij mee “
haar stem , die beeft
al tussen duingras naar glazen dorpen met grote open ramen
waar de liefde en de adem samenleeft
’t was als een meer vol liefkozingen
waar ons lichamen leken op te gaan in één grote rimpeling
Woest , alsof het een oceaan betrof ,
zette hij zijn golfbeweging voort
en trachtte de helderheid van het nachtelijk uitspansel
in zijn hellende hals met aanzuigende greep mee te trekken
en uit te storten op beloftevolle stranden
De immensiteit van sterren glinsterde op het milde geruis van schelpen
' t Was de lust die al smeulend zijn sierlijke vlammen
tot een ingetogen boeket hield
om in een flits de kromming van het oog aan te strijken
en het spectrum van
zijn Eeuwigheid te tonen in de wonderbaarlijkheid van kleuren
En nu , doorheen een sluier van oplaaiende liefdesdampen
toont zich een verouderd paradijs
waar lippen als gelakte appelen langzaam de taal herstellen
onder de horizon van hun geslepen glans
en met vreemde ijle verlokking weg ebben
in mijn nog dorstig, door zout beneveld hart
Haar hart schuurt langs de kusten
En ‘ t klopt voor wie haar binnenlaat
Op een bed van fijngevlochten algen
treurt zacht een meermin
die de liefde haat
liefde teruggegeven wordt aan de waarheid